Een veldbed in de raadzaal

Herinneringen aan Workum in oorlogstijd:

            Uit de memoires van burgemeester

                Walle Melis Oppedijk van Veen

van 1936 tot 1948  burgemeester van Workum

Die eerste dagen na de inval van de Duitsers in Nederland sliep de Workumer burgemeester Walle Melis Oppedijk van Veen op een veldbed in de raadzaal. Bij hoge uitzondering week hij van de radiopost die hem verbond met het provinciehuis in Leeuwarden, de bescheiden met het predicaat ‘Openen in geval van oorlog’ onder handbereik. Met raad en daad stond hij ambtenaren en burgers bij die ten einde raad niet wisten wat ze moesten doen. Deze en andere herinneringen tekende Oppedijk van Veen op toen hij aan het eind van zijn carrière terugblikte op zijn jaren als burgemeester in Workum (1936-1948). Bescheiden, maar met moed en volharding werkte Oppedijk van Veen de Duitsers op subtiele wijze tegen, wat hij uiteindelijk moest bekopen met gevangenneming, ontslag en ‘verbanning’ uit de provincie. In april 1945 keerde hij terug in Workum om met vaste hand het bestuur weer op zich te nemen. Met veel oog voor detail schetste hij in zijn tot nu toe alleen in familiekring verspreide memoires de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, de moeilijke bezettingsjaren en de wederopbouw na de bevrijding. Goed en fout, het liep dikwijls door elkaar heen in het kleinsteedse Workum, toen de oorlogsgruwelen van veraf en dichtbij het gewone bestaan binnendrongen van arbeiders, vissers en notabelen. De herinneringen van een ‘burgemeester in oorlogstijd’, aangevuld met uitleg en nader onderzoek door zijn jongste zoon Huibert Oppedijk van Veen, bieden een fascinerende inkijk in het Workum van toen.